Voegwoorden, structuurwoorden, Frans leren, conjonction de coordination

VOEGWOORDEN

Er bestaan veel soorten voegwoorden. Een voegwoord verbindt woorden, woordgroepen en zinsdelen met elkaar. Ze kunnen ook vallen onder de structuurwoorden, want ze brengen ook structuur aan in een tekst; ook heten ze soms signaalwoorden, omdat ze een tekst een wending kunnen geven of een tegenstelling aankondigen. En deze woorden zijn best belangrijk, want zonder hen zou een tekst onleesbaar zijn! Men kan voegwoorden in de nevenschikkende en onderschikkende functie indelen. Dat wil zeggen dat wanneer ze twee zinsdelen of twee zinnen met elkaar verbinden, zij dan de komende zin óf nevenschikkend, óf onderschikkend maken. Op deze pagina behandelen we de categorie nevenschikkende voegwoorden.

(De onderschikkende voegwoorden staan hier.)

Meestal hebben nevenschikkende voegwoorden een simpele vorm, zoals: ET en, MAIS maar, OR wel, DONC dus, NI noch, OU of, CAR want. Hiervoor is voor de Franstalige kinderen een makkelijk te onthouden zinnetje gemaakt als ezelsbruggetje: Mais où est donc Ornicar? (Maar waar is dan toch Ornicar?) Waarin de nevenschikkende voegwoorden staan: mais, ou, et donc or ni car. (Let op dat hierbij de uitspraak leidend was en niet de spelling voor het onthouden)
Maar er zijn ook andere woorden of samenstellingen die de functie hebben van nevenschikkend voegwoord of structuurwoord:

pourtant (toch)

toutefois (toch, echter, evenwel, maar, niettemin)   

néanmoins (niettemin)

c'est pourquoi (daarom - ww en bijw),

par conséquent (daarom, hierdoor - voorzetsel + znw).

Veel voegwoorden stammen uit het Latijn. Bijvoorbeeld: mais (lat. magis), of ou (lat. ubi) 

ET (en)

ET (en) is het voegwoord dat het meest voorkomt. Het kan soms vervangen worden door AUSSI (ook), ALORS (dus,dan), en bij een opsomming staat het woordje ET altijd op het laatst.

   Par exemple:

Ses rêves en pleine lumière
Font s'évaporer les soleils
Me font rire, pleurer et rire,
Parler sans avoir rien à dire.

(Paul Eluard , L'amoureuse)

ET heeft de volgende betekenissen en functies :

Toevoegende functie. Bijvoorbeeld :

Sur l'onde calme et noire où dorment les étoiles
La blanche Ophélia flotte comme un grand lys.

(Arthur Rimbaud, Ophélie)

Herhaling om een effekt of nadruk te creëren:

Bijvoorbeeld: Sa petite et fine et pâle fille s'appelait Marie.
Je dors debout, le corps exposé
A toutes les apparences de la vie
Et de l'amour et toi...

(Robert Desnos, J'ai tant rêvé de toi)   

J'ai perdu ma force et ma vie,

Et mes amis et ma gaieté.

(Alfred de Musset , Tristesse)

Om een tegenstelling te markeren (dan krijgt het de betekenis van maar) :

Par exemple: Je lui ai parlé et ce n'était pas agréable pour moi.

(Ik heb hem gesproken maar het was niet aangenaam voor me.)

 Wanneer ET aan het begin van de zin staat en het geen opsommingsrelatie heeft met het voorafgaande, wordt het gebruikt als een zekere overdrijving van nadruk :
 Par exemple: 

Et j'ai crié, crié, Aline, pour qu'elle revienne
Et j'ai pleuré, pleuré, oh! j'avais trop de peine.

(liedje "Aline", gezongen door Christophe)

MAIS (maar)

MAIS (maar) : Dit voegwoord heeft dezelfde betekenis als au contraire (in tegendeel), pourtant (toch), toutefois (evenwel). Het heeft een tegenstellende functie.

 Bijvoorbeeld :

Je ne parlerai pas, je ne penserai à rien : Mais l'amour infini me montera dans l'âme.

(Arthur Rimbaud, Sensation)

(Ik zal niet spreken, ik zal aan niets denken: En toch zal de oneindige liefde in mijn ziel stromen)

In de spreektaal wordt het gebruikt om de betekenis van een uitroep te benadrukken.

Bijvoorbeeld: Mais ce n'est pas vrai! (Nee zeg, het is toch niet waar!)

OU (of)

OU (of). Kan vervangen worden door ou bien (ofwel), soit... soit (ofwel...ofwel...). Het is een voegwoord om een alternatief, een keuze  aan te geven.

Bijvoorbeeld: Tu veux rester avec moi ou partir avec lui?

(Wil je bij mij blijven of ga je met hem mee ?)

DONC  (dus, dan)

DONC  (dus, dan) betekent hetzelfde als ainsi (en dus, en zo...), c'est pourquoi (daarom). Het is een gevolgtrekking of conclusie.

Bijvoorbeeld: Il ne veut pas m'écouter, donc je ne raconte rien. (Hij wil nooit naar me luisteren, dus dan vertel ik ook maar niets.)

OR (Maar, welnu, wel)

Dit is een voegwoord waarmee een nieuw denkbeeld of idee geïntroduceerd kan worden in een uiteenzetting. Bijvoorbeeld: Nous étions très contents de vivre cette vie calme, or, un jour le malheur est arrivé et tout a changé.(Wij waren heel tevreden met dit rustige leven, maar op een dag kwam het onheil en toen veranderde alles. Na OR komt altijd een komma.

CAR (want)

CAR drukt een causaal verband uit met uitleg. Bijvoorbeeld: Je te pardonne car je te crois.

(ik vergeef je want ik geloof je)

NI  (noch). 

NI  Dit voegwoord heeft dezelfde functie als OU (of), maar dan in een ontkennende zin. Bij opsomming in een ontkennende zin.

Bijvoorbeeld :

Je ne crains pas les coups du sort,
Je ne crains rien, ni les supplices,
Ni la dent du serpent qui mord,
Ni le poison dans les calices,
Ni les voleurs qui fuient le jour,
Ni les sbires ni leurs complices,
Si je suis avec mon Amour.

(Germain Nouveau, Amour)

Na NE...PAS, NE...POINT: dan laat men de eerste NI weg.

Bijvoorbeeld: Elle ne veut pas me parler ni me voir. (Ze wil me spreken noch zien)

Na NE...PLUS, NE...JAMAIS mag  hetNE zowel  staan als wegblijven.

Bijvoorbeeld: Il ne voit plus ses collègues ni ses voisins.

(Hij ziet noch zijn collega's noch zijn buren niet meer.)

In het hedendaagse Frans wordt NI voor elk opgesomd woord herhaald als het met NE gebruikt wordt.

Bijvoorbeeld: Ni cette femme ni une autre me feront vibrer mon coeur.

(Noch deze vrouw noch een ander kan mijn hart sneller doen slaan.)

In het formele Frans laat men liever de eerste NI weg in een ontkennende context  met NE +
Bijvoorbeeld: Le soleil ni la mort ne peuvent se regarder en face.

(Men kan de zon noch de dood in de ogen kijken.)

WERKWOORDVERVOEGING BIJ NI...NI

In de meeste gevallen staat het werkwoord in het meervoud.

Bijvoorbeeld: Ni lui ni son frère ne me feront changer d'avis.

(Noch hij noch zijn broer kunnen me van gedachten doen veranderen.)
Na NI L'UN NI L'AUTRE mag het werkwoord zowel in het enkelvoud als in het meervoud staan.

Bijvoorbeeld: Ni l'un ni l'autre ne sont invités ce soir.

(Noch de een noch de ander zijn vanavond uitgenodigd.)

Ni l'un ni l'autre n'est capable de me répondre correctement.

(Noch de een noch de ander kan mij een correct antwoord geven.)

VOEGWOORDEN

Er bestaan veel soorten voegwoorden. Een voegwoord verbindt woorden, woordgroepen en zinsdelen met elkaar. Ze kunnen ook vallen onder de structuurwoorden, want ze brengen ook structuur aan in een tekst; ook heten ze soms signaalwoorden, omdat ze een tekst een wending kunnen geven of een tegenstelling aankondigen. En deze woorden zijn best belangrijk, want zonder hen zou een tekst onleesbaar zijn! Men kan voegwoorden in de nevenschikkende en onderschikkende functie indelen. Dat wil zeggen dat wanneer ze twee zinsdelen of twee zinnen met elkaar verbinden, zij dan de komende zin óf nevenschikkend, óf onderschikkend maken. Op deze pagina behandelen we de categorie nevenschikkende voegwoorden. (De onderschikkende voegwoorden staan hier.) 

Meestal hebben nevenschikkende voegwoorden een simpele vorm, zoals: ET en, MAIS maar, OR wel, DONC dus, NI noch, OU of, CAR want. Hiervoor is voor de Franstalige kinderen een makkelijk te onthouden zinnetje gemaakt als ezelsbruggetje: Mais où est donc Ornicar? (Maar waar is dan toch Ornicar?) Waarin de nevenschikkende voegwoorden staan: mais, ou, et donc or ni car. (Let op dat hierbij de uitspraak leidend was en niet de spelling voor het onthouden)
Maar er zijn ook andere woorden of samenstellingen die de functie hebben van nevenschikkend voegwoord of structuurwoord:

pourtant (toch)

toutefois (toch, echter, evenwel, maar, niettemin)   

néanmoins (niettemin)

c'est pourquoi (daarom - ww en bijw),

par conséquent (daarom, hierdoor - voorzetsel + znw).

Veel voegwoorden stammen uit het Latijn. Bijvoorbeeld: mais (lat. magis), of ou (lat. ubi) 

ET (en)

ET (en) is het voegwoord dat het meest voorkomt. Het kan soms vervangen worden door AUSSI (ook), ALORS (dus,dan), en bij een opsomming staat het woordje ET altijd op het laatst.

   Par exemple:

Ses rêves en pleine lumière
Font s'évaporer les soleils
Me font rire, pleurer et rire,
Parler sans avoir rien à dire.

(Paul Eluard , L'amoureuse)

ET heeft de volgende betekenissen en functies :

Toevoegende functie. Bijvoorbeeld :

Sur l'onde calme et noire où dorment les étoiles
La blanche Ophélia flotte comme un grand lys.

(Arthur Rimbaud, Ophélie)

Herhaling om een effekt of nadruk te creëren:

Bijvoorbeeld: Sa petite et fine et pâle fille s'appelait Marie.
Je dors debout, le corps exposé
A toutes les apparences de la vie
Et de l'amour et toi...

(Robert Desnos, J'ai tant rêvé de toi)   

J'ai perdu ma force et ma vie,

Et mes amis et ma gaieté.

(Alfred de Musset , Tristesse)

Om een tegenstelling te markeren (dan krijgt het de betekenis van maar) :

Par exemple: Je lui ai parlé et ce n'était pas agréable pour moi.

(Ik heb hem gesproken maar het was niet aangenaam voor me.)

 Wanneer ET aan het begin van de zin staat en het geen opsommingsrelatie heeft met het voorafgaande, wordt het gebruikt als een zekere overdrijving van nadruk :
 Par exemple: 

Et j'ai crié, crié, Aline, pour qu'elle revienne
Et j'ai pleuré, pleuré, oh! j'avais trop de peine.

(liedje "Aline", gezongen door Christophe)

MAIS (maar)

MAIS (maar) : Dit voegwoord heeft dezelfde betekenis als au contraire (in tegendeel), pourtant (toch), toutefois (evenwel). Het heeft een tegenstellende functie.

 Bijvoorbeeld :

Je ne parlerai pas, je ne penserai à rien : Mais l'amour infini me montera dans l'âme.

(Arthur Rimbaud, Sensation)

(Ik zal niet spreken, ik zal aan niets denken: En toch zal de oneindige liefde in mijn ziel stromen)

In de spreektaal wordt het gebruikt om de betekenis van een uitroep te benadrukken.

Bijvoorbeeld: Mais ce n'est pas vrai! (Nee zeg, het is toch niet waar!)

OU (of)

OU (of). Kan vervangen worden door ou bien (ofwel), soit... soit (ofwel...ofwel...). Het is een voegwoord om een alternatief, een keuze  aan te geven.

Bijvoorbeeld: Tu veux rester avec moi ou partir avec lui?

(Wil je bij mij blijven of ga je met hem mee ?)

DONC  (dus, dan)

DONC  (dus, dan) betekent hetzelfde als ainsi (en dus, en zo...), c'est pourquoi (daarom). Het is een gevolgtrekking of conclusie.

Bijvoorbeeld: Il ne veut pas m'écouter, donc je ne raconte rien. (Hij wil nooit naar me luisteren, dus dan vertel ik ook maar niets.)

OR (Maar, welnu, wel)

Dit is een voegwoord waarmee een nieuw denkbeeld of idee geïntroduceerd kan worden in een uiteenzetting. Bijvoorbeeld: Nous étions très contents de vivre cette vie calme, or, un jour le malheur est arrivé et tout a changé.(Wij waren heel tevreden met dit rustige leven, maar op een dag kwam het onheil en toen veranderde alles. Na OR komt altijd een komma.

CAR (want)

CAR drukt een causaal verband uit met uitleg. Bijvoorbeeld: Je te pardonne car je te crois.

(ik vergeef je want ik geloof je)

NI  (noch). 

NI  Dit voegwoord heeft dezelfde functie als OU (of), maar dan in een ontkennende zin. Bij opsomming in een ontkennende zin.

Bijvoorbeeld :

Je ne crains pas les coups du sort,
Je ne crains rien, ni les supplices,
Ni la dent du serpent qui mord,
Ni le poison dans les calices,
Ni les voleurs qui fuient le jour,
Ni les sbires ni leurs complices,
Si je suis avec mon Amour.

(Germain Nouveau, Amour)

Na NE...PAS, NE...POINT: dan laat men de eerste NI weg.

Bijvoorbeeld: Elle ne veut pas me parler ni me voir. (Ze wil me spreken noch zien)

Na NE...PLUS, NE...JAMAIS mag  hetNE zowel  staan als wegblijven.

Bijvoorbeeld: Il ne voit plus ses collègues ni ses voisins.

(Hij ziet noch zijn collega's noch zijn buren niet meer.)

In het hedendaagse Frans wordt NI voor elk opgesomd woord herhaald als het met NE gebruikt wordt.

Bijvoorbeeld: Ni cette femme ni une autre me feront vibrer mon coeur.

(Noch deze vrouw noch een ander kan mijn hart sneller doen slaan.)

In het formele Frans laat men liever de eerste NI weg in een ontkennende context  met NE +
Bijvoorbeeld: Le soleil ni la mort ne peuvent se regarder en face.

(Men kan de zon noch de dood in de ogen kijken.)

WERKWOORDVERVOEGING BIJ NI...NI

In de meeste gevallen staat het werkwoord in het meervoud.

Bijvoorbeeld: Ni lui ni son frère ne me feront changer d'avis.

(Noch hij noch zijn broer kunnen me van gedachten doen veranderen.)
Na NI L'UN NI L'AUTRE mag het werkwoord zowel in het enkelvoud als in het meervoud staan.

Bijvoorbeeld: Ni l'un ni l'autre ne sont invités ce soir.

(Noch de een noch de ander zijn vanavond uitgenodigd.)

Ni l'un ni l'autre n'est capable de me répondre correctement.

(Noch de een noch de ander kan mij een correct antwoord geven.)

VOEGWOORDEN