Oefeningen frans leren, werkwoord. De gebiedende wijs/l'impératif.


Rappel :


• Wordt zonder onderwerp gebruikt.


• Wordt alleen gebruikt wanneer men zich richt tot de tweede persoon enkelvoud (tu), de eerste persoon meervoud (nous, met betekenis "laten we...") en de tweede persoon meervoud (vous = u, jullie).


• De werkwoorden op -IR, en -RE hebben de vormen van de gewone tegenwoordige tijd, le présent de l’indicatif. De vorm gericht aan de tweede persoon enkelvoud krijgt de vorm van de eerste persoon enkelvoud.


• Bij de werkwoorden op -ER en werkwoorden als ouvrir en souffrir die vervoegd worden als de werkwoorden op -ER, komt er dus geen-s bij de tweede persoon enkelvoud.


• Bij onregelmatige werkwoorden kan de vorm in het enkelvoud ook onregelmatig zijn.



Aller

Venir

Écrire

-
-
- Allez

- Viens
-
-

-
-
- Écrivez


Wederkerende werkwoorden (verbes pronominaux) :

Se lever

Se laver

Se promener

Se dépêcher

- Lève
- Levons-nous
-

- Lave-toi
-
-

- -toi
-
-

- Dépêche
- Dépêchons
-


De ontkenning (la forme négative) :

Aller

Venir

Ecrire

Parler

- Ne va pas
- N'
-

- Ne viens pas
-
-

- N' pas
-
- N'écrivez pas

-
- Ne parlons pas
- Ne


Ontkenning bij de wederkerende werkwoorden:

Se lever

Se laver

Se promener

Se dépêcher

-
- Ne nous levons pas
-

- Ne te lave pas
- pas
- pas

-
- Ne nous promenons pas
- Ne vous promenez pas

- Ne te dépêche pas
- Ne nous
-

Oefeningen frans leren, werkwoord : De gebiedende wijs/l'impératif.