Tekstbegrip Frans.
Lees de Nederlandse zin. Kies de juiste Franse zin die erbij hoort.
Tijdsduur van de test: 10 minuten.
Niveau: 4-5-havo-vwo, HBO, Universiteit, Volwassenen.
Frans leren à la française | © | Vivienne Stringa | Docent Frans.
| Is er nog jam? Ja er is nog wel. |
| Heb je veel hoogbegaafde leerlingen ? Ja, daarvan heb ik er veel. |
| Praat je met Marie ? Ja, daar praat ik mee. |
| Ik heb meer verhalen gehoord dan dat ik er zelf verteld heb. |
| Zij vraagt ons wat we doen. |
| Ze vraagt ons wat er gebeurd is. |
| Ze vraagt me wie er vanavond bij mij thuis komt. |
| Wat doen jullie/wat doet u? |
| Wanneer ik mijn examen zal hebben gehaald, zal ik gelukkig zijn. |
| Kom op zeg! zegt mijn vader, ik word dertig aan het eind van het jaar, en ik beschouw mezelf nog als een jonge man. |
| Heb je de Renoirtentoonstelling gezien ? Nee nog niet, ik ga er deze week heen. |
| Heb je hem het nieuws verteld ? Nee, maar dat ga ik hem zo vertellen. |
| Als ik het had geweten, zou ik niet gekomen zijn. |
| Als mijn ouders me zagen, zouden ze trots op me zijn. |
| Napoleon wist dat hij ooit op een dag een belangrijk man zou zijn. |
| De meeste van mijn boeken zijn ingebonden. |
| Werkwoord : Nager. Gérondif : ? |
| Werkwoord : Éteindre. Gérondif : ? |
| Praat erover met je ouders. |
| Denk niet dat het makkelijk is! |