à, de, of chez? gebruik, vorbeelden, uitleg

Enkele grammaticale wetenswaardigheden uit de Franse taal,
informatie gebaseerd op de gegevens van l'Académie Française.

Het voorzetsel À of DE in de betekenis van VAN:

Frans leren La voiture DE Francis  of  La voiture À Chantal (De auto van Francis, de auto van Chantal)

Het voorzetsel À in de betekenis van VAN hoort normaalgesproken bij een werkwoord :

Frans leren Cette maison est à notre ami/ Cette maison appartient à notre ami. (appartenir à = behoren aan)

Het kan tevens gebruikt worden voor een voornaamwoord: un ami à nous. Het kan ook los gebruikt worden om te verwijzen naar een bezittelijk voornaamwoord :

Frans leren C'est sa manière à lui d'être poli. (Dat is zijn manier van beleefd doen.)

Maar het kan niet tussen twee zelfstandig naamwoorden in staan (wat vroeger wel gebeurde). Er zijn wel een aantal vaste uitdrukkingen: une bête à bon Dieu. Maar verder wordt het dan alleen gebruikt in de archaïsche (ouderwetse) of in de gewone omgangstaal. Onder familieleden en vrienden kan men WEL zeggen la voiture de Francis, les fleurs de ma mère.

De uitdrukkingen à l'attention de of à l'intention de

In het politieke taalgebruik ziet men à l'attention de om de naam van de geadresseerde op een brief, een bericht of zending aan te duiden, om de aandacht te vestigen op degene voor wie de brief bestemd is (ter attentie van).

De woordgroep à l'intention de betekent: bestemd voor iemand, met een positieve bedoeling, om diegene plezier te doen of aangenaam of tot voordeel te zijn.

Frans leren Il a acheté cette reproduction de Ruysdael à leur intention of :

Frans leren On fait un site internet à l'intention des élèves.

 À of CHEZ ?

Etymologisch gezien betekent CHEZ : in huis, of thuis.  Men gebruikt het alleen in de spreektaal, en als toevoeging, bij gepersonifieerde of levende wezens.

Frans leren Elle habite chez ses parents. (Zij woont nog thuis/ bij haar ouders)

Frans leren Chez les rapaces, le bec est généralement corné (Bij de roofvogels is de snavel meestal krom.).

 Bij commerciële instellingen zijn er vier mogelijkheden:

1. Wanneer een firmanaam gebruikt kan worden voor zowel het bedrijf als de eigenaar, dan gebruikt men CHEZ :

Frans leren  J'achète chez Durand et fils.

2. De firmanaam is de naam van een ding of een groep waarin de winkelsoort zit, en dan gebruikt men À :

Frans leren  Aller au Bon Marché.

 3. Men gebruikt de naam van een ding voor iets dat vroeger de naam van een persoon was, en dan krijgt men À :

Frans leren Aller à la Samaritaine

 4. Men gebruikt de naam van een ding of een acroniem als een persoonsnaam, en dan krijgt men CHEZ :

Frans leren Aller chez Citroën.

Wanneer het gebruik niet vastgelegd is, zijn À en CHEZ  beide mogelijk. Sommige mensen denken bij Leclerc aan de heer die er achter zit, en zullen chez Leclerc zeggen. Anderen zullen bij wijze van ellips à Leclerc  zeggen wanneer er au magasin Leclerc bedoeld wordt.

GEOGRAFISCHE NAMEN EN HUN LIDWOORDEN

I. STEDEN

Wanneer de naam van een stad begint met het bepalend lidwoord in mannelijk enkelvoud of meervoud, dan wordt dit lidwoord samengetrokken met het voorzetsel À of DE : aller du Havre au Touquet (en niet : de le Havre à le Touquet); être né aux Lilas; revenir des Deux-Alpes; la plage des Issambres; la poste des Rousses; la mairie des Sables-d'Olonnes.

Buiten deze namen waarvan we het geslacht kennen dankzij het lidwoord, bestaat er voor stedennamen alsmede voor landennamen niet echt een vaste regel om te weten of zij mannelijk of vrouwelijk zijn; meestal zijn ze mannelijk in de spreektaal (Paris brûle-t-il ?), maar vaak vrouwelijk in de schrijftaal, waarschijnlijk omdat men de stad (vrouwelijk) aanvoelt (Paris est traversée de parfums d'ambre).

Toch kan een stomme -e aan het eind van een woord de voorkeur geven aan het vrouwelijke geslacht (Frans leren Marseille est belle aux lueurs du couchant). De voorwaarden voor een mannelijke stad zijn:  

Wanneer er het adjectief vieux, nouveaux, grand voor staat, om een bepaalde wijk of voorstad mee aan te duiden : Frans leren Le vieux Lille, le nouveau Paris.

Wanneer er voor de naam de bepaling tout staat :

Frans leren Tout Rome assista à son triomphe .

II. DEPARTEMENTEN

Wanneer een Frans departement uit twee woorden bestaat die verbonden worden met het woordje et dan is dat departement mannelijk, maar dan moet wel één van die twee woorden mannelijk zijn : Le Lot-et- Garonne maar : La Maine-et-Loire

(zowel Maine als Loire is vrouwelijk!).

Wanneer zij gebruikt worden als bepaling, wordt het aangeraden om het lidwoord weg te laten; le département de Meurthe-et-Moselle. Maar als het departement begint met een klinker, en dus een samentrekking impliceert, dan mag het lidwoord wel gebruikt worden: département de l'Eure-et- Loir, les villes d'Eure et Loir.

Wanneer we IN deze departementen, die uit twee delen bestaan en verbonden worden met het woordje ET, willen vertalen, dan gebruiken we het voorzetsel EN en laten we het lidwoord weg : le département de Seine-et-Marne, de Loir-et-Cher ; aller en Seine-et-Marne, en  Loir-et-Cher.

Bij de andere departementen zeggen we gewoon DANS: dans la Seine-Maritime, dans la Charente. Alleen het departement van de Vaucluse heeft de andere regel (met EN), omdat dit departement zijn naam te danken heeft aan Fontaine de Vaucluse.

III. LANDEN

Landennamen worden meestal met lidwoord genoemd: la France, l'Allemagne. Hierop zijn wel enkele uitzonderingen : Israël, Monaco, Madagascar, Cuba, Taïwan, Haïti.

Het lidwoord verdwijnt altijd met het voorzetsel EN (en France). En ook na het voorzetsel DE als dit de oorsprong aangeeft: un tapis d'Iran, un vase de Chine. Het is met name een kwestie van gewoonte.

Er bestaat geen vaste regel, hoewel er wel een min of meer duidelijk afgebakende nuancebetekenis bestaat: bijvoorbeeld bij dans le gouvernement de la France, of  l'économie de la France, wordt Frankrijk aangeduid in een bepaald moment van zijn geschiedenis, terwijl bij l'ambassade de France Frankrijk tijdloos wordt aangeduid, in het algemeen.

Toch is er nog wel een regel die opgaat bij het behouden van het lidwoord: wanneer het znw dat voor het land staat een bijvoeglijk naamwoord heeft: men zegt wel  l'Histoire de France maar ook dit :

 Frans leren L'Histoire économique de la France.