le futur antérieur; voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt); voorbeelden en uitleg; frans leren; werkwoorden; grammatica

Le futur antérieur : Voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt)

De futur antérieur is een werkwoordstijd, die we in het Nederlands kennen als de voltooid tegenwoordige toekomende tijd (vttt).

(In het Frans zegt men hierbij dat het een tijd is die in de wijs van de 'indicatif' staat. Dat betekent dat  die reële, bestaande situaties aanduidt.) De Futur anterieur beschrijft een situatie die in de toekomst voltooid zal zijn. Het is het verleden van de toekomst.  

Il aura fini son travail demain. (Hij zal zijn werk morgen hebben afgemaakt.)

De futur antérieur wordt gebruikt met de toekomende tijd om een voorafgaande actie uit te drukken:

Quand j'aurai eu mon examen, je serai heureux.  (Wanneer ik mijn examen zal hebben gehaald, zal ik gelukkig zijn.)

Le repas qu'il aura mangé lui fera mal au ventre. (De maaltijd die hij zal hebben gegeten zal hem buikpijn bezorgen.)

                              manger ► avoir mal au ventre  (eten ► buikpijn krijgen)

Vervoeging van de werkwoorden in de futur antérieur

De futur antérieur wordt gevormd met de hulpwerkwoorden AVOIR of ETRE in de toekomende tijd + het voltooid deelwoord (le participe passé)

 J'aurai joué, j'aurai pris, je serai arrivé, je serai tombé

Het voltooid deelwoord dat met être vervoegd wordt, krijgt altijd de uitgang van het onderwerp!

Elles seront allées en ville ► allées krijgt de uitgang van het onderwerp elles (Zij zullen naar de stad zijn gegaan)

Het voltooid deelwoord dat vervoegd wordt met het hulpwerkwoord avoir krijgt de uitgang van het lijdend voorwerp als dat lijdend voorwerp VOOR het werkwoord staat!

 J'aurai acheté des pommes. Je les aurai achetées. ► achetées krijgt de uitgang van het lijdend voorwerp  les, want het staat VOOR het werkwoord. (Ik zal de appels hebben gekocht. Ik zal ze hebben gekocht.)