Le verbe - groupes; de groepen Franse werkwoorden ; groep 1; frans leren; werkwoorden; grammatica; Vivienne Stringa

De werkwoorden uit de 1e groep

Zie ook: 2e groep

3e groep

De Franse werkwoorden worden ingedeeld in drie groepen. De 1e groep is het grootst. Het betreft alle werkwoorden die op -er eindigen. Deze werkwoorden zijn regelmatig, en de algemene regel is dat zij hun stam behouden waarachter de uitgang komt. (In tegenstelling tot de onregelmatige werkwoorden, waarbij de stam verandert.)

Voor de vervoeging is het belangrijk om de volgende zaken te onthouden: 

Présent de l'indicatif (tegenwoordige tijd) :

De uitgangen van de 1e en de 3e persoon enkelvoud zijn hetzelfde:

-      je chante, il chante (ik zing, hij zingt)

De 2e persoon enkelvoud krijgt altijd een S:  

-      tu chantes (jij zingt)

Imparfait et passé simple (onvoltooid verleden tijd en de passé simple) :

De uitgangen van de 1e persoon enkelvoud zijn niet hetzelfde:

-      je chantais (imparfait), je chantai (passé simple) (Ik zong, ik heb gezongen)

Futur (toekomende tijd) :

Deze uitgang geldt voor alle groepen:  

-      j'aimerai, je chanterai (futur) (Ik zal houden van, ik zal zingen)

Conditionnel:  

-      j'aimerais, je chanterais (conditionnel) (Ik zou graag willen, ik zou zingen)

Présent du subjonctif (subjonctif)

De utigangen van de eerste drie personen enkelvoud zijn hetzelfde als die van de tegenwoordige tijd

Impératif (gebiedende wijs)

De 2e persoon enkelvoud krijgt in de meeste gevallen geen -s.   

-      mange avec ta fourchette... (eet met je vork)

-      ne travaille pas trop... (werk niet te veel)

Le participe passé eindigt altijd op - é. 

Uitzonderingen

 - Werkwoord Aller (gaan):

Onregelmatig werkwoord, eindigend op -er, uit de eerste groep; let op de vervoeging. Dit werkwoord kan in de derde groep werkwoorden staan en de algemene regels zijn er niet op van toepassing.  

 - Werkwoorden op « - cer » en « - ger »:

Bij werkwoorden op « CER » is het van belang dat de C altijd uitgesproken wordt als een S. In het Frans wordt een C alleen als S uitgesproken voor een  - e  of een - i (Ce, Ceci). Een C die voor een - a, - o, - u staat, wordt uitgesproken als een K (Car, colonne, cumulus). Om deze C toch als een S uit te spreken, maakt men gebruik van een Ç: dit heet een cédille (Ça, garçon, reçu).  Wanneer er bij de werkwoorden op - cer een uitgang komt die begint met een -O of een -A, kOmt er dus een cédille onder de c.  

Bij de werkwoorden  op « - ger » is het van belang dat de G altijd wordt uitgesproken als een 'ZJ'. In het Frans wordt de G alleen als ZJ uitgesproken voor een -e of een -i (Gêne, gilet, argent). Een G die voor een -a, -o, -u staat, wordt uitgesproken als een G (als van 'garçon, guitare').  Om deze G toch als een ZJ uit te spreken, plaatst men een -e VÓÓR de -a of de -o (géant, plongeon).  Dit zijn algemeen geldende grammaticaregels voor de utispraak.

Voorbeelden:

 - Commencer,  Manger:

- je commence [uitspraak: kommans]  - je mange [uitspraak: mañzj]

- il commençait [hier een cédille voor de -a, anders zou de uitspraak worden : commenkè] - il mangeait [hier een - e voor de -a, anders zou de uitspraak worden: mangkè]

- nous commençons - nous mangeons

- nous commencions - nous mangions

 - Werkwoorden op « éer »

Bij deze werkwoorden eindigt de stam op é (cré-er) ; bij sommige tijden komt er achter deze é dus nog een stomme e  te staan ; en bij het voltooid deelwoord komt er nóg een é achter bij de vrouwelijke uitgang :

-      il crée (tegenw. tijd)

-      nous créerons (futur)

-      un effet créé (passé composé, voltooid deelwoord  uitgang mannelijk ev)

-      une lettre de change créée... (passé composé, voltooid deelwoord  uitgang vrouwelijk ev)

 - Werkwoorden op « - guer »

De stam van deze werkwoorden eindigt op gu (distingu-er). Achter deze stam kan een uitgang komen die begint met een a of een o. Hierbij blijft, ten behoeve van de uitspraak, de u staan:  

-      je distingue

-      je distinguais

-      nous distinguons

-      distinguant (participe présent/ tegenwoordig deelwoord)

De g wordt altijd uitgesproken als een g van garçon.

 - Werkwoorden op « ier »

De stam van deze werkwoorden eindigt op i (négoci-er). Wanneer de uitgang begint met een i (zoals bij de imparfait en de subjonctif), moeten er twee i´s achter elkaar komen:

-      nous négociions (imparfait. De tegenwoordige tijd is: nous négocions)

-      que vous négociiez. (subjonctif)

  - Werkwoord Importer

In de betekenis van « avoir de l'importance » (belangrijk zijn), wordt dit werkwoord alleen in de infinitief en de derde persoon gebruikt.

De uitdrukking n'importe wordt nooit op een andere manier vervoegd:  

-      n'importe quelles leçons sont utiles. ("maakt niet uit welke les is nuttig" / elke les is nuttig)

-      peu importe en qu'importe kunnen wel worden vervoegd:

-      peu importent vos observations. (Uw opmerkingen zijn niet belangrijk/ uw opmerkingen maken geen verschil)

-      qu'importent vos remarques. (idem)

 - Werkwoorden op  « yer »

Deze werkwoorden hebben een stam die eindigt op y, en die  wordt vervangen door een i voor een e :

-      balayer : je balaie (ik veeg)

-      nettoyer : je nettoie (ik maak schoon)

-      essuyer : tu essuies (jij veegt af / droogt af)

Al deze werkwoorden krijgen een i na de y bij de uitgangen op « ions » en « iez » :

-      nous balayions (imparfait; de tegenwoordige tijd is : nous balayons)

-      que vous nettoyiez. (idem bij de sunjonctif)

Deze opmerking geldt ook voor het werkwoord envoyer (dit werkwoord kent een onregelmatigheid: de toekomende tijd is : j'enverrai, en de conditionnel is:  j'enverrais) en ook voor de werkwoorden uit de 3e groep waarvan het tegenwoordig deelwoord op « yant » eindigt:

-      voir : voyant

-      que vous voyiez...

Bij werkwoorden op « ayer » kan de y blijven staan bij elke vervoeging (maar het is beter ze bij de werkwoorden op « oyer » en « uyer » te groeperen) :

-      payer : je paye... ou je paie.

Werkwoorden op -eyer, daarvan zijn er weinig, houden altijd de y.

 

De zelfstandig naamwoorden die uit bovengenoemde werkwoorden gevormd kunnen worden, zien er zo uit:   

-      nettoyer : le nettoiement (de schoonmaak)

-      déployer : le déploiement (de uitspreiding)

-      payer : le paiement (payement is een ouderwetse vorm: betaling).

 substantifs verbal : zelfstandig naamwoord dat komt van een werkwoord:

-      abaissement (van abaisser; neerdrukken)

-      gare (van garer; parkeren)

« e » muet: stomme - e 

Een stomme - e in de stam verandert in een è als de uitgang begint met een lettergreep die met een stomme - e begint:

bij werkwoorden als mener, lever, semer, en bij enkele werkwoorden op « eler » (geler) en « eter » (acheter) :

-      lever : je me lève, nous nous lèverons, maar: je me levais. [uitspraak lè - luh]

-      acheter : j'achète, nous achetons, il achètera.

  Bij werkwoorden op « eler » (appeler) et « eter » (jeter) : een verdubbeling van de medeklinker   « l » ofu « » :

-      jeter : je jette, je jetais, nous jetons, nous jetterons...

-      appeler : j'appelle, j'appelais, nous appelons, nous appellerons...

Bij sommige werkwoorden (harceler, caqueter) zijn beide vormen toegestaan

« é » :

Bij werkwoorden als révéler, espérer, lécher, pénétrer; hier verandert de é in een è voor een stomme e, behalve bij de toekomende tijd en de conditionnel :

-      j'espère, j'espérais, j'espérerai, j'espérerais...

Let op: De spellingshervormingen uit 1990 hebben deze regel vereenvoudigd. Voor een lettergreep waarin een stomme - e staat, schrijft men een  è en niet een é : évènement , avènement, cèdera, lèvera, etc. 

Uitzondering: het werkwoord ficher kan als heel werkwoord geschreven worden, namelijk als fiche, in uitdrukkingen als va te faire fiche of il n'en a rien à fiche.

Werkwoorden uit de 2e groep

De werkwoorden uit de 1e groep