Daniel de Montmollin, (3) vertalingen,extraits des traductions Frans leren ,Vivienne Stringa

  INLEIDING


De kunst van as als uitwerking tot steengoedglazuren is een paradoxale kunst. Ten eerste is het niet moeilijk om voor te stellen hoe de pottenbakkers dit vroeger hebben kunnen ontdekken. Toen ze eenmaal de hoge temperaturen met houtvuur onder de knie hadden moesten ze al snel de as uit de oven hebben gezien als een eventueel glazuur, simpelweg doordat de as begon te smelten zodra zij in contact kwam met een ovensteen of met de klei van de pot.
Natuurlijk moest er nog wel een of ander genie bijkomen om de link te leggen tussen de observatie van dit verschijnsel en het glazuren van een pot, maar het is wel gebleken dat het de mens in den beginne niet aan genieën heeft ontbroken ! Hij ging dus de as benutten, een grondstof die binnen handbereik lag, en maakte er wat men noemt  “het glazuur van de arme” van. Want as is een gulle en vrijgevige materie waarmee men met een minimum aan werk bruikbare en aangenaam plezierige glazuren kan maken.

Zoals dat met zoveel dingen gaat: de “ouderwetse” technieken die vroeger zo gewoon en algemeen voor een bepaalde streek waren, genieten tegenwoordig een nieuw prestige. Zo kunnen bijvoorbeeld genoemd worden de zogenaamde berookte kleisoorten waarin vrije koolstof tijdens het afkoelen in de scherf komt te zitten waardoor de klei min of meer waterdicht wordt, wat noodzakelijk is wanneer er geen glazuur op zit.Daniel de Montmollin, vertalingen, Frans leren ,Vivienne StringaExtraits des traductions Frans leren ,Vivienne Stringa
Hetzelfde geldt voor terra sigillata, dat voor waterdichtheid afhankelijk is van de uiterst fijne gedecanteerde engobedeeltjes die op de rauwe scherf zitten. We kunnen ook zoutglazuur op steengoed noemen en zelfs raku, twee heel verschillende technieken, maar die allebei zeer goedkoop zijn en een grote besparing van de benodigde middelen opleveren.

Men kan zich afvragen of de creatieve ambachtsman van vandaag niet diep in zijn hart de noodzakelijkheid voelt om terug te gaan naar de oorsprong van zijn kunstvorm en zijn vak, en de ervaringen die zijn technieken hebben gevormd weer te beleven. Hij ziet overal om zich heen anonieme objecten, vervaardigd in de industrie, en die door iedereen dagelijks met gemak worden gebruikt, maar waarvan onvermijdelijkerwijs bijna niemand eigenlijk iets afweet, noch waar ze vandaan komen, noch hoe ze gemaakt worden, noch hoe ze werken.
Om hiervan een extreem voorbeeld te noemen: een televisiescherm bijvoorbeeld, een regelrechte “magische” lantaarn voor de gebruiker die niet eens meer verwonderd is over het feit dat zo’n apparaat vervaardigd is, en een apparaat is dat door een simpele druk op de knop, als een toverstokje dat nu iedereen tot zijn beschikking heeft, aangaat.

De terugkeer naar primitieve technieken kán komen door een soort heimwee naar het hoge prestige dat de dingen in het verleden hadden. Maar als we aan deze valkuil kunnen ontsnappen, kan de wil om bepaalde verschijnselen te willen begrijpen en te onderzoeken een creatief avontuur gaan stimuleren dat ook echt tot stand kan komen.
Het vak van de as maakt ook deel uit van de terugkeer naar de bron. Deze hernieuwde ontdekking wordt voor degene die zich hieraan gaat wijden al snel méér dan een simpele aantrekkingskracht voor traditionele waarden, en verandert in een totaal ander belang: de pottenbakker gaat al vrij snel ontdekken dat wat in het begin zo simpel leek, eigenlijk een uiterst complex domein is.

As is een overblijfsel van verbranding, en bestaat uit een verzameling mineralen die, door de zorg van het levend organisme de plant als bemiddelaar hierin, uit de grond gehaald zijn. Deze verzameling mineralen is niet zomaar iets toevalligs, maar wijst op een bepaalde manier de vegetatie aan waarvan ze afkomstig zijn. We konden het dus verwachten: als we as in een glazuur stoppen, dan stoppen we in ons onderzoek ook de gecompliceerdheid van het leven. Dan moeten we ook toegeven dat we onze grondstoffen ook steeds in variaties moeten aanpassen. En moeten we van tevoren accepteren dat er op veel vragen geen antwoorden zullen komen, en dat we daardoor verplicht worden tot het doen van proefondervindelijk onderzoek en dat we daaruit de beste methode moeten zien te halen om niet te verdwalen in die grote zandwoestijn !

Er zijn heel wat vragen, en dus heel veel onzekerheden, en dat komt mede door het gebrek aan literatuur over een onderwerp waarover het wetenschappelijk onderzoek zich nog niet gebogen heeft.
Dit alles zou de glazuurmaker kunnen ontmoedigen, in ieder geval diegene die alles aan de kant zet wat niet met nauwkeurigheid gemeten noch gecontroleerd kan worden, alsof we in deze vuurkunst altijd al konden beweren dat we alle krachten beheersen  die de metamorfoses veroorzaken !

Maar een overvloed aan raadsels is eerder eigenlijk een stimulans voor deze specifiek ambachtelijke speurtocht, want een pottenbakker kan de materie as in zijn beperkingen en in al zijn transformatiemogelijkheden hierbij goed gebruiken. Zoals we al eerder zeiden, een  keramist kan een goed glazuur maken met een minimum aan ingrepen en, in specifiekere zin, met variabele toevoegingen van aluminium en silicium. Met name de Oosterse keramiekgeschiedenis geeft hiervan een overvloed aan voorbeelden.

Daniel de Montmollin, vertalingen, Frans leren ,Vivienne Stringa Extraits des traductions Frans leren ,Vivienne Stringa
 

Wanneer nu de pottenbakker de hoeveelheden van deze toevoegingen gaat veranderen om het uiterlijk of het smeltpunt van het glazuur te veranderen, en daarbij ook nog de plantensoort verandert komt hij, als hij zich interesseert voor de ontcijfering van zijn proeven, tot een groot aantal waarnemingen die bij hem aldoor vragen oproepen en nieuwe initiatieven biedt.

Dan kunnen er nieuwe verschijnselen optreden zoals nieuwe kleuren of een andere textuur, waarvoor de keramist dan verklaringen zal gaan zoeken. Hier zal dan blijken hoe nuttig een elementaire analyse van as kan zijn voor wat met name betreft het bij benadering hersamenstellen van een assoort d.m.v. de gebruikelijke mineralen.
 

De bestanddelen van as zijn namelijk niet te ontbinden, maar door middel van een analytische samenstelling kunnen de hoeveelheden van de ingrediënten variëren en tevens kan de rol die zij spelen beter bepaald worden.

Op dit punt van onze speurtocht waar we nu zijn aangekomen, lijkt het originele aspect van as een beetje dubbel: aan de verschillende manieren van samenvoegen van de specifieke mineralen uit diverse plantensoorten voegt zich de verplichte aanwezigheid van fosfor, het element dat verantwoordelijk is voor de verdeling van de energie die door chlorofyl wordt opgevangen.

Daniel de Montmollin, vertalingen, Frans leren ,Vivienne StringaExtraits des traductions Frans leren ,Vivienne Stringa

Hierdoor hebben we aan asglazuur “voorbeelden” te danken die we ons niet anders hadden voorgesteld. Dit laat de vraag open hoe het dan komt dat een bepaalde plant met een eigen geschiedenis die bij die soort, bij dat gebied, die grondsoort, en bij die meteorologische omstandigheden hoort, ons via de omweg van de as van diezelfde plant op het spoor van een bepaald glazuur zet ?
Anders gezegd: door welk merkwaardig “verwantschap” kan een bepaald  mineralencomplex dat in de natuur een peer, denneappel of korenaar oplevert, in de pottenbakkersoven een groen, blauw of met sterren bezaaid glazuur opleveren ?

In dit boek staat, ter aanvulling, een twintig jaar eerder gepubliceerde tekst[1]. Het gaat hier niet om een geletterd werk, noch om een uitputtende studie over dit onderwerp,  maar een verslag van het onderzoek en werk van een atelier waarmee het nauw verbonden is.

Veel vragen die we ons gesteld hebben blijven nog steeds onbeantwoord en wij hebben ook geen generaliseringen gemaakt over fragmentarische resultaten van experimenten. We hebben sommige experimenten liever één voor één willen beschrijven wanneer we de resultaten belangrijk genoeg achtten, met name wanneer het recepten betreft waarin fosfor zit.

Dit boek zal regelmatig verwijzen naar het eerder verschenen boek Steengoedglazuren in de praktijk [2], en daar de werkwijze uit overnemen, en waar het een aanvulling van is.

  Achterkant kaft :

Sinds de mens het vuur heeft kunnen beheersen, heeft hij ook uit de daaruit voortkomende as al veel praktisch nut gehaald : het werd gebruikt als wasmiddel, bemesting voor de landbouw en zelfs om zijn voedsel te zouten. Maar de mens heeft as vooral gebruikt om glas, email en glazuren te vervaardigen. Daarom kunnen we hier met recht zeggen dat as een vak, zelfs een echte Kunst is. Aan deze Kunst zijn beroemde namen uit de geschiedenis verbonden zoals die van de Song-dynastie, B. de Palissy en de glas-in-lood kunstenaars uit Chartres.

Dit essay doet een poging om antwoorden te vinden op vragen als : wat is as nu precies, waar haalt men as vandaan, hoe kan men verschillende soorten as herkennen, analyseren en indelen in groepen, en hoe kan men as tot glazuren bereiden die de kenmerken van elke plantensoort laten spreken ?

ASGLAZUREN IN DE PRAKTIJK  

Daniel de Montmollin, vertalingen, Frans leren ,Vivienne StringaExtraits des traductions Frans leren ,Vivienne Stringa

“ Ziet in de werkzaal van de curieuze chemicus en bemerkt :
Wanneer hij uit planten de geest en de pit bewerkt
Verpulvert hij alles tot as,
Maakt er zeep van voor de was,
En zorgt hij dat daaruit, hoewel door de dood verstomd
Een nieuw herrezen en volmaakte creatie komt
Verborgen ideeën, voorbeeldig geheim gebleven
Wekken uit het graf én de lelies én de rozen tot leven
Wortels, stelen, takken, bladeren en bloemen
Doen in ogen schitterende kleuren opdoemen
Met het vuur als hun vader en de as als hun moeder :
Hun wederopstanding moet de angstigen behoeden
Door hen te leren dat as, verstrooid in de wind na verbranding
Levendiger en mooier dan ooit herleeft bij wederopstanding.”

Agrippa d’Aubigné (1552-1630) “Les Tragiques”, livre VII

Daniel de Montmollin