QUOIQUE / QUOI QUE; het verschil

Het verschil tussen QUOIQUE en  QUOI  QUE

1 -  Quoique :onderschikkend voegwoord

Dit onderschikkend voegwoord kan vervangen worden door bien que, malgré le fait que, encore que en het werkwoord moet in de subjonctif staan:

Frans leren Quoique nous soyons égarés, il convient de ne pas s'affoler.

(Bien que nous soyons égarés ..."Hoewel we afgedwaald zijn, is het gepast om niet in paniek te raken").

Frans leren Ils sont partis, quoique l'orage fût menaçant.

(...malgré le fait que nous l'orage fût menaçant "Ze zijn vertrokken hoewel het onweer dreigend was")

►►► Het voegwoord dient om voorwaarden of tegenstellingen aan te brengen. Hiermee wordt aangegeven dat het uitvoeren van een feit in tegenstelling staat tot de actie in de hoofdzin :

Het feit "l'orage soit menaçant" (het onweer dreigend ), wordt beschouwd als iets gevaarlijks en is in tegenstelling tot het gegeven uit de hoofdzin, namelijk dat ze toch zijn vertrokken, "ils sont partis".

►►► Quoique kan ook gebruikt worden zonder vervoegd werkwoord:

Frans leren Quoique très grand, il n'y arrive pas.

Hoewel (hij) erg groot (is), lukt het hem niet.

 Élision (weghalen van de stomme  E vanwege klinkerbotsing) :

Een élision komt alleen voor il, ils - elle, elles - un, une - on :

Frans leren Quoiqu'ils fussent très pauvres, ils ne refusèrent pas de donner un peu de pain.

(Hoewel ze erg arm waren, weigerden zij niet om wat brood te geven).

Vérification :

Om te herkennen dat we te maken hebben met het voegwoord quoique , moet het vervangen kunnen worden door "bien que" :

Frans leren Quoiqu'elle soit très petite, elle saute très haut.

(Bien qu'elle soit très petite, elle saute très haut) (Hoewel ze erg klein is, springt ze heel hoog).

2 -  Quoi que :  voornaamwoord in twee woorden

Quoi que (quoi gevolgd door que), krijgt een werkwoord in de subjonctif en betekent quelle que soit la chose que, quelle que soit la chose qui, wat het ook is, wat ook maar....

Frans leren Quoi qu'il fasse, il ne réussira pas à son concours.

(Wat hij ook doet, hij zal dat concours niet halen) (Quelle que soit la chose qu'il fasse...).

Frans leren Quoi que vous tentiez pour eux, il est maintenant trop tard. (Wat u ook voor hen probeert, het is nu te laat.)

Élision / Samentrekking :

De samentrekking gebeurt alleen voor il, ils - elle, elles - un, une - on :

Frans leren Quoi qu'il arrive à ces personnes, vous serez tenu pour responsable.

(Wat deze mensen ook overkomt, u bent overal verantwoordelijk voor )

Frans leren Quoi que ce soit, betekent n'importe quoi  (wat ook maar, om het even wat):

Frans leren Si vous avez besoin de quoi que ce soit, n'hésitez pas à m'appeler. (als u ook maar iets nodig heeft, roep me dan.)

Frans leren Quoi qu'il en ait (que j'en aie, qu'il en eût...) uitdrukking die lijkt op "malgré que"; veel gebruikt en grammaticaal correct, mag niet in schrijftaal gebruikt worden. (ondanks -dat -.....)