Robin Renucci (2)

 

Robin Renucci, theater, over toneel en leerproces, geheugen, onthouden van teksten, spelen is een gevoelskwestie, black-outs. Frans leren Vivienne Stringa

 

Het geheugen, een band tussen auteur, acteur en het publiek

 

Bij het theater is het geheugen essentieel voor de acteur, uiteraard. Maar het is ook essentieel op vele andere terreinen, natuurlijk in de eerste plaats om de tekst te herinneren, die woorden in die volgorde. Maar vooral om trouw te blijven aan de woorden van de auteur. Want het theater bestaat alleen maar omdat er acteurs zijn die de bedienden zijn van de auteur. De tekst is daar, die maakt het geheugen tussen ons en het publiek dat zijn verbeelding bouwt met die drie elementen. Dat wil zeggen, zijn aanwezigheid, de tekst van de acteur die de auteur heeft overgedragen en die focus die er dan ontstaat, dat is het theater. Dus, dan is het geheugen essentieel. Niet uit het oogpunt van het mechanisme van het geheugen, maar het feit dat men de gedachte van iemand volgt. Ik neem het voorbeeld van Molière, of zelfs van Sophocles om nog iets verder te gaan, want het onderwerp geheugen is een belangrijk Grieks thema, over de vrijheid, over de herinnering die de mens vrij maakt.

Als ik een tekst neem van Sophocles of Plato, in toneelvorm, Politeia, de Republiek bijvoorbeeld, dan ga ik me herinneren wat Plato geschreven heeft, en dat is maar liefst 2500 jaar geleden, en dat werk verbindt voor ons door de eeuwen heen in de tijd, de mensen met elkaar, en laat ons vandaag de dag samen bestaan in de herinnering en in de aanwezigheid van het mentale voorstellingsvermogen van iemand die dat 2500 jaar geleden voor dit moment van nu geschreven heeft, en wat de tijd met een grote T is en ons samenbrengt, het publiek, de auteur, de acteur wat ik zojuist opnoemde. Dus, dat is een essentiële actie. Een grote actie van vrijheid. In het beroep van acteur is dat een essentieel punt. De taal, ook. Dat verbindt ons met elkaar door middel van woorden. Maar, er kan ook een theater zijn zonder woorden. Die zijn er. Mime bijvoorbeeld. Maar het werkwoord heeft zijn eigenschappen, dat wil zeggen het idioom dat iemands stem heel bijzonder kan maken, of de ademhaling van iemand.

Met een woord dat een liggende tekst is die omhoog getrokken wordt door de acteur die tot het oor van degene komt die deze informatie ontvangt, dat overigens geen teken is. Het is niet iets dat je laat zien, het is iets dat gedeeld wordt. Het is iets dat van een uitzender gaat naar een ontvanger en die actie maakt het symbolisch. Het is een symbolische uitwisseling. En op dat moment is dat geen gewone uitwisseling van signalen. Een signaal is geen symbool. Iets laten zien, kan worden opgenomen, geaccepteerd door de ander, of niet. Maar een gebaar van iets naar een ander toe uitvoeren creëert een vrijheid voor ons gezamenlijk voorstellingsvermogen dat dan wordt opgebouwd.

 

Robin Renucci, theater, over toneel en leerproces, geheugen, onthouden van teksten, spelen is een gevoelskwestie, black-outs. Frans leren Vivienne Stringa

Het geheugen, fonetiek, metriek en syntaxis

 


Er is een herinnering voor een woord, door het schrijfbeeld dat men heeft opgespoord op een gegeven moment. Op een bepaald moment hebben we, samen, acteurs hebben samen een tekst gelezen, en hebben die liggende tekst tot leven gewekt en doen opstaan. En dan is er nog alles wat met fonetiek te maken heeft. Dat wil zeggen, alle klanken die er zijn. Dus als ik het voorbeeld van de Grieken neem, dat is aangepast, vertaald. Maar, van een Franse auteur, zoals een alexandrijn van Molière of Racine bijvoorbeeld, dus in 1622, 1700, dan hoor je dat geluid, dat wellicht door een acteur uit de XVIIe eeuw is opgevoerd. De auteur, die zelf ook acteur was, Jean-Baptiste Poquelin, die zijn alexandrijnen opzegt op zijn zoldertje, in zijn schuur, in zijn kamer of weet ik waar, een huis ...

En dan, vandaag de dag, in 2010, is er een acteur, of actrice, die op zijn of haar beurt voordraagt, uitvoert, de woorden weer oppakt, die geluiden, dat geheel aan klanken. Dat is nog maar alleen het fonetisch gedeelte. En dan het metrisch gedeelte, dat gaat op dezelfde manier. Uit het oogpunt van metriek de getallen. Dus, dan heb je het geheugen voor getallen. Net als Jean-Baptiste Poquelin, doe je un, deux, trois, quatre, cinq, six, un, deux, trois, quatre, cinq, six. Un, deux. Un, deux, trois, quatre, cinq, six, sept, huit, neuf, dix. Un. Un, deux, trois, quatre, cinq, six, sept, huit, neuf, dix, onze. Un, deux, trois. Un, deux, trois. Un, deux, trois, quatre, cinq, six, sept, huit, neuf, dix, onze, douze. Dat wordt een ritmische taal die zich in ons hoofd gaat voegen, zoals Jean-Baptiste Poquelin dat zelf heeft kunnen doen, die oefening van getal, van de metriek.

Dat is samen natuurlijk de fonetiek, de metriek en de syntaxis. Dat wil zeggen, een gedachte, voorstellingsvermogen dat zich in de hersenen van een man uit 1662, die "L'école des Femmes" schreef, en vandaag zijn er acteurs, actrices, die Arnolphe, Agnes of een ander spelen, Chrysalde, en die kan zich dan ineens zomaar al die tijd herinneren die voorbij gaat, enkele eeuwen door ons heen, die zich verspreidt, en tot aan het oor van de toeschouwer van vandaag komt, die het weer op zijn beurt met zijn eigen geheugen interpreteert. Dat wil zeggen, het publiek zelf interpreteert het met zijn eigen geheugen, met zijn kennis van wat vandaag de wereld is, sinds de auteur het heeft geschreven. Dus, dat is allemaal een symbolisch verschijnsel.

 

Video met het interview Robin Renucci in het Frans

 

Het geheugen, een band tussen auteur, acteur en het publiek. Het geheugen, fonetiek, metriek en syntaxis

Vertaling Vivienne Stringa