Twee weken Holland. Paul Verlaine (29)

 

De volgende morgen, tegen het overeengekomen uur, trokken Zilcken, zijn vrouw en ik naar het Restaurant - ik vergat te zeggen dat men me daar voordien eveneens een hartelijk en vrolijk banket had aangeboden. Het gezelschap was reeds uiterst talrijk. Er werd alleen nog op de Sâr gewacht. Weldra trad hij binnen, geflankeerd door twee andere genodigden. Bontmuts uit Astrakan, zijden wambuis, witte gemsleren laarzen en een mantel, zo zag hij er uit. En leve de man, die deze laarzen lapte aan wat men over hem zou zeggen, en zich uitdoste naar believen, terwijl het merendeel van de kunstenaars zich kleedt als iedereen en hetzelfde stijve boord de keel versmacht, zowel van de adelaar als van de gans !

    Maar we schuiven aan tafel ; Péladan en ik tussen twee dames.

U de liefelijke roddel overbrengen, al de spotternijen, eerder om de dames vriendelijk te plagen door de enormiteiten, die ze schenen te bevatten, zijn talloze woordspelingen, kortom al de geestigheden van zijn konversatie, - taak, die mij te boven gaat, zeg !

    Na zijn vertrek voor een befaamde nabije badplaats, Scheveningen, waarover ik u zelfs dadelijk wil onderhouden, nu het verhaal van al mijn ‘avonturen’ in Den Haag en elders uit is, - sloeg het ganse gesprek om. Men kon over hem niet zwijgen en de volgende dag verliet hij Den Haag voor Parijs met ernstige beloften van de meeste schilders uit de stad en de streek voor het salon van zijn Broederschap van het Roze-Kruis, waarvan hij, naar men weet, de Groot-Meester is, beladen met achting, sympatie, ik durf er aan toevoegen en onderstreep durf, - want hij is zo'n betwist man -, met een zweem van bewondering voor het overgrote talent en het geniale (in de grond), dat ik hem toeken.

Paul Verlaine, Quinze jours en Hollande, Lettres à un ami.   Johan Thorn Prikker  Brieven  Philippe Zilcken  Souvenirs la Revue Blanche 1896. Frans leren, Vivienne Stringa
 

    Enige dagen voordien had ik het bezoek ontvangen van de vriendelijke uitgever Blok, vandaag mijn medewerker. Blok noodde me ten eten en voerde me met de tram mee naar een tot nog toe mij onbekend spijshuis ! prachtig, en waar het eten heerlijk is. Na de koffie stelde hij een wandeling voor naar Scheveningen en ik aanvaardde.

Paul Verlaine, Quinze jours en Hollande, Lettres à un ami.   Johan Thorn Prikker  Brieven  Philippe Zilcken  Souvenirs la Revue Blanche 1896. Frans leren, Vivienne Stringa

    Het kwam erop aan een rijtuig te huren, een open ; trage operatie. Gelukkig lag de straat van de ‘stalhouder’ vlak tegenover het heel klein lieflijk gotisch-renaissancistische stadhuisje, waarvan de bijzonderheden en het klokkenspel ons of liever mij het uur wachtens korter maakten, wat niet het geval was bij Blok. Dit kereltje, een pakje zenuwen onder zijn buikerig omhulsel, stond te trappelen van ongeduld. Eindelijk bevond zich het begeerde gevaarte voor ons. We installeerden ons onder heel wat dekens, sjerpen enzovoort, want we trokken zeewaarts, waar de novemberlucht niet bepaald die van de hondsdagen is, zaten op behoorlijk gevulde kussens van een ‘niet genummerde wagen’, tenzij op de registers van deze brave tijdrovende huurhouder.

Paul Verlaine. Twee weken Holland.