La place des adverbes; De plaats van het bijwoord; Grammatica; Frans leren; Vivienne Stringa
De plaats van het bijwoord
|
Je ne suis jamais à l'heure, toujours en retard. We zagen dat een bijwoord iets kan zeggen over een bijvoeglijk naamwoord, een werkwoord, een zinsdeel of een hele zin. Een belangrijk gedeelte van de uitleg van het bijwoord in het Frans gaat over de plaats van het bijwoord in de zin. Waar staat het bijwoord in de zin? |
|
Elle va beaucoup mieux (Het gaat veel beter met haar) |
|
Elle danse bien (Zij danst goed) |
|
Elle a bien dansé (Ze heeft goed gedanst) |
|
ll a disserté interminablement (Hij heeft eindeloos gespeeched) Il a parlé lentement (Hij heeft langzaam gesproken) |
|
Hier, elle est venue (Gisteren is ze gekomen) |
|
Vraiment, tu exagères (Echt, je overdrijft) |
Sommige bijwoorden staan op zichzelf , zoals: beaucoup (veel), très (zeer, erg, heel), bien (goed), mal (slecht); andere bijwoorden zijn afgeleid van een bijvoeglijk naamwoord, en eindigen dan op - ment. |
De vorming van bijwoorden op - MENT |
Bijwoorden op -ment worden gevormd naar een bijvoeglijk naamwoord: |
Vrouwelijk bijvoeglijk naamwoord + -ment |
Als het bijv. nw. op een medeklinker eindigt |
fine ->finement |
Mannelijk bijvoeglijk naamwoord + -ment |
Als het bijv. nw. op een -e of op een andere klinker eindigt |
noble -> noblement |
-emment |
Als het bijv. nw. eindigt met - ent de uitspraak is [amã] |
intelligent -> Intelligemment |
-amment : |
Als het bijv. nw. eindigt met - ant |
élégant -> élégamment |
Oefeningen : Bijwoord
De plaats van het bijwoord