Paul Verlaine,Frans leren

 

Paul Verlaine

 

Bij mij thuis was Verlaine, zoals ik reeds zei, altijd uiterst aangenaam en buitengewoon aardig. Hij stond vroeg op, en hij was soms zelfs al voor zijn gastvrouw beneden. Zodra hij het ontbijt had genomen, ging hij aan het werk in mijn atelier, om zijn conferenties voor te bereiden. Onderwijl kwamen er kunstenaars langs en zij maakten schetsen van hem.
Op een dag liet hij de exquise fijnbesnaardheid zien die hij in zich had : hij nam mijn vrouw even apart en zei tegen haar: er is zoveel onzin over mij verteld dat ik niet wil dat u niet weet wie u onder uw dak heeft ontvangen. Verlaine had bij mijn vrouw een grote mate van verstand opgemerkt, en, ondanks haar strenge oordeel, ook een werkelijke afwezigheid van vooroordelen, eigenschappen die hem aantoonden dat zij in staat was hem te begrijpen, ondanks alles.En dus vertrouwde hij haar zijn hele leven toe, althans alles wat ertoe zou kunnen bijdragen om dat leven te laten erkennen.
carpeaux-1.gifToen hij was vertrokken, liet hij een grote leegte achter die zich maar heel langzaam vulde.
Hij was zo sympathiek in alle opzichten dat wij hem later nog vele malen met veel aandringen hebben gevraagd om weer eens een paar weken langs te komen bij ons, en die

heilige gastvrijheid van kunstenaar tot dichter , zoals hij het noemde, te accepteren; maar helaas, dit mocht niet meer plaatshebben.

Hij was vaak ziek, lag op bed, en elke keer was zijn antwoord: ik ben te moe om nog aan België en Nederland te denken. Philippe Zilcken, Souvenirs, Floury, Paris

Verlaine enfantOp 30 maart 1844 wordt in Metz Paul-Marie Verlaine geboren. Hij is de zoon van Nicolas-Auguste en Élisa-Stéphanie Déhée. Het is een welgesteld bourgeois-gezin. In 1936 hadden de ouders al hun nichtje Élisa Moncomble als baby in huis genomen en zij zal bij Paul de rol van zowel zus als nichtje spelen. Paul is enig kind en zeer gewenst omdat zijn ouders smartelijk lang moesten wachten voordat hij kwam, en hierdoor wordt hij erg vertroeteld door zijn moeder en zijn nicht, die hem al zijn kwajongensstreken vergeven.
In 1849 stopt de vader van Verlaine met zijn werk bij het leger en na de vele overplaatsingen gaat het gezin in Parijs wonen.

Van 1851 tot 1861 zit Verlaine op school in Parijs, op het internaat van het Landry-instituut. 1862 tot 1864: Hij doet eindexamen letteren als hij 18 is. Hij schrijft zich in voor een studie Rechten maar zit meer in cafés en hij gaat veel om met dichters. Hij stopt al snel met zijn studie en gaat eerst op een verzekeringskantoor werken. Daarna gaat hij als expeditieplanner werken bij de Prefectuur van de Seine.
Met zijn vriend Edmond Lepelletier bezoekt hij de salons van markiezin de Ricard en daar ontmoet hij de eerste Parnassiens waaronder Alphonse Lemerre, een toekomstig uitgever. Zijn eerste gedicht dat uitkomt is M. Prudhomme, in de revue van zijn vriend Xavier-Louis de Ricard: La Revue du Progrès.

1865: De vader van Verlaine overlijdt, en Paul Verlaine woont alleen met zijn moeder. Hij is heel erg verliefd op zijn nicht Élisa, maar dit is uitzichtloos, want zij is al getrouwd sinds 858.Paul verlaine
1866: Paul Verlaine is 22 jaar en hij brengt zeven gedichten uit in de Parnasse Contemporain, en zijn eerste plaquette (klein boekje) in eigen beheer bij Lemerre, les Poèmes Saturniens.
1867: Élisa sterft op 31-jarige leeftijd. Zijn verdriet is zo groot dat hij in de alcohol vlucht.
In Brussel wordt in het geheim Amies, Scènes d’amour sapphique uitgegeven door Poulet-Malassis, vriend en uitgever van Baudelaire.
In 1868 ontmoet Verlaine een muzikant bij Le Chat noir, Charles de Sivry, lid van de toekomstige Vilains Bonhommes en halfbroer van Mathilde Mauté de Fleurville met wie hij een relatie krijgt en in het huwelijk treedt. Hij bezoekt de salons van Nina de Villard (gescheiden van haar man Hector de Callias).
1871: Verlaine nodigt Rimbaud uit om naar Parijs te komen. Rimbaud is dan pas zestien en had hem zijn eerste gedichten uit Charleville opgestuurd. Ze bezoeken samen Parijs en de cafés, en gaan om met le cercle des poètes Zutistes (dichterscircuit) dat samenkomt in het Hôtel des Étrangers op de Boulevard Saint-Michel, en ze werken samen aan een collectief boek van de hele groep.

Ondanks hun ruimdenkendheid worden de jonge dichters (waaronder ook Mallarmé) te schande gemaakt door de gewelddadige en grove houding van Rimbaud. Verlaine wordt heen en weer geslingerd tussen zijn gezinsleven en zijn liefde voor Rimbaud.


1872: in januari vlucht Mathilde na huiselijk geweld het huis uit met haar zoontje Georges dat op 30 oktober geboren was. Ze vlucht naar Périgueux.
Verlaine woont dan tot half maart met Rimbaud samen, en hij schrijft voor hem Ariettes oubliées.  Maar omdat hij zijn vrouw beloofd had om met Arthur Rimbaud te breken die weer terug naar Charleville is gegaan, vindt ze het goed om weer met Verlaine te gaan wonen. Arthur is in mei weer terug in Parijs en hij neemt weer contact op met Verlaine. Hij weet hem ervan te overtuigen met hem mee te gaan. In juli 1872 vluchten zij naar België, naar Brussel (waar later Paysages belges de Romances sans paroles wordt geschreven). Mathilde wil vast en zeker haar man weer terug en gaat hem samen met zijn moeder op 22 juli halen. Het lukt hen beiden om Verlaine mee te nemen tot aan de grens maar op het station laat hij hen plotseling achter en kiest ervoor om met Rimbaud verder te gaan. Mathilde komt terug in Parijs en vraagt een scheiding aan.

Op 7 september reizen Verlaine en Rimbaud van Oostende naar Dover, en komen in Londen aan. Op aanraden van zijn moeder gaat Rimbaud in december terug naar Charleville.
Verlaine blijft alleen achter, raakt depressief en wordt ziek. Hij wordt in januari 1973 door zijn moeder verzorgd. Rimbaud komt ook bij hem. Omdat Verlaine een oud-communard is wordt hij door de politie in de gaten gehouden en hij duikt onder. Op 4 april vertrekt hij weer naar Namen om zich te herenigen met zijn vrouw, maar daar wil zij niets van weten. Eind mei zijn Verlaine en Rimbaud weer in Londen. Zij leven van het geld van de moeder van Verlaine en van Franse les.
Op 3 juli gaat Verlaine weg bij Rimbaud na een heftige ruzie, die eigenlijk alleen een voorwendsel was. Hij wil nog een laatste keer met zijn vrouw praten en hij dreigt zich door het hoofd te schieten als zij niet op de 5e op de afspraak verschijnt. Op 5 juli gaat de moeder van Verlaine naar haar zoon in Brussel. Rimbaud komt op 8 juli aan, na een telegram.  Op 10 juli is Verlaine dronken en omdat hij weet dat Rimbaud hem voorgoed gaat verlaten, schiet hij twee maal op hem met een revolver die hij gekocht heeft. Rimbaud is licht gewond aan zijn linkerpols. Op 8 augustus wordt hij veroordeeld tot twee jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf in Brussel en 200 frank boete, ondanks het feit dat Rimbaud zijn aangifte heeft ingetrokken. Na Hoger Beroep wordt het vonnis toch bevestigd op 27 augustus. Verlaine verblijft eerst in Brussel in de gevangenis, maar in oktober 1873 wordt hij overgeplaatst naar Mons (Bergen).

Op 10 november 1890 hoort hij dat Rimbaud op 37-jarige leeftijd is overleden in het ziekenhuis la Timone in Marseille.
Verlaine zelf sterft op 8 januari 1896 aan een longembolie in de Rue Descartes 39 te Parijs. Hij is dan 52 jaar oud.

 

Quinze jours en Hollande. Paul Verlaine
Voorwoord door Léo Ferré  ''Les poèmes saturniens'' van Paul Verlaine

 

Poésies

Poèmes saturniens (1866)
Les Amies (1867)
Fêtes galantes (1869)
La Bonne Chanson (1872)
Romances sans paroles (1874)
Sagesse (1880)
Jadis et naguère (1884)
Amour (1888)
Parallèlement (1889).
Dédicaces (1890)
Femmes (1890)
Hombres (1891)
Bonheur (1891)
Chansons pour elle (1891)
Liturgies intimes (1892)
Élégies (1893)
Odes en son honneur (1893)
Dans les limbes (1894)
Épigrammes (1894)
Chair (1896)
Invectives (1896)
Biblio-sonnets (1913)
Œuvres oubliées (1926-1929)
Cellulairement

Proses

Les Poètes maudits (1884)

Louise Leclercq (1886)

Les Mémoires d'un veuf (1886)

Mes Hôpitaux (1891)

Mes Prisons (1893)

Quinze jours en Hollande (1893)

Vingt-sept biographies de poètes et littérateurs

(parues dans Les Hommes d'aujourd'hui)
Confessions (1895)

Paul Verlaine